Vragen en antwoorden Over al-īmān en al-irjāʾ

Vergelijkbare documenten
Het belang van het volgen van de Soennah

as-shaykh Badr bin Alî bin Tâmie al- Utaybî 9


Het volgen van de soenna

EEN INTRODUCTIE OP DE MUQADDIMA VAN IBN ABĪ ZAYD AL-QAYRAWĀNĪ

Hoe om te gaan met meningsverschillen

Advies voor de nieuwe moslim

Iets wettig verklaren en iets verbieden is het alleenrecht van Allah

ADVIES AAN DE JONGEREN DIE NAAR SYRIË VERTREKKEN.

Grondbeginselen van de geloofsleer Aqidah

Democratie en verkiezingen voor de rechtbank van de Islam

In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle TAWHEED. Door: Dr. Abu Ameenah Bilal Philips

De kwestie van het ongelovig verklaren van moslims 1

Inleiding tot de Soennah

De overwinnende groep zijn

Wijze uitspraken van Ibn Alqayyim

Het weerleggen van listige vragen van atheïsten

Het begin van de Isnaad

Tarjih: Het Juiste Standpunt Uitkiezen الرتجيح: اختيار املوقف الصحيح

De Fatiha: Het gebed van de Islam (5) Leid ons op het rechte pad

De positie van de moslima in het leven

Deel 1. -Hafidahoe Allaah- AbdoeAllah ibn Mas oed zei:

De Vier Principes رحمه Auteur: Shaychoel-Islaam Mohammad bin Abdoel-Wahhaab

WAAROM ZIJN DE NAMEN VAN AHL AL-BAYT NIET IN DE KORAN GENOEMD?

HET VERHULLEN VAN DE IDENTITEIT VAN AUTEURS

Wij hebben u een Boek (de Koran) gezonden waardoor gij tot aanzien kunt komen, gaan jullie niet jullie verstand gebruiken? (Al Anbiya, 21/10)

Waarom moet ik als moslim blij en verheugd zijn? Imam Charif Slimani, Marokkaans Islamitisch Centrum Roosendaal

50 vragen en antwoorden over Tawheed

Waarom zijn de moslims verdeeld in sektes/ verschillende richtingen

Hoe verwelkomen wij Ramadan. revisie: Yassien Abo Abdillah. Islam voor iedereen. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)

Ahmadiyyah en haar leugens over Allah

Mukhtasar al-akhdari Les 2. Deel I - De interne zuivering

Enkele uitspraken uit majmuu alfatawa

Eerst moet men snappen wat de wilaya is van de profeet صلى هللا عليه وآله over de gelovigen:

Dromen en hun interpretatie in de Islam

Uitleg hadieth Mou ad bn Jabal

en dat koefr (ongeloof) kan plaatsvinden zonder hen

Tawhied. Voor kinderen. Dr. Saleh As -Saleh. Niveau jaar

Een brief aan een jongere die nieuw is in praktiseren. -Hafidahoe Allaah- Bron:

De ziekte van het hart en de genezing daarvan

Oh jullie die geloven! Vrees Allah vol ware godsvrees voor Hem, en sterf niet anders dan als moslims.(soera Al Imraan 102)

De ongelovige of niet-moslim

De moslim bemoeit zich niet met andermans zaken

AANGAANDE DE KWESTIE IN DE GAZA-STROOK TE COMITÉ VOOR ONDERZOEK EN FATAAWA

Profeetschap in de Islam

Het beledigen van een van de metgezellen

Depressie van jongeren

Over de belangrijkheid van tawh ied. vertaler: Aboe Yoesoef. revisie: Yassien Abo Abdillah. bron: uwkeuze.net. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)

Zaken die de Islaam van een Moslim tenietdoen

Omgang met niet-moslims

Islam voor vrijdenkers. (13) Wij zijn allemaal Kafirs.

Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden. Wij prijzen hem, vragen hem om hulp, vergeving en leiding en geloven in hem en vertrouwen op hem.

Islam en rente. revisie: Abo Abdillah. bron: 9Tal-Yaqeen Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)

Wees goed tegenover je ouders

De leugens over Mohammed Ibn Abd ul-wahhaab

De doelen van het islamitische geloof

Kennis is genezing. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad) Islam voor iedereen. auteur: Ali ibn Hassan. revisie: Yassien Abo Abdillah

Geluk. Islam voor iedereen. revisie: Yassien Abo Abdillah. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)

Al Wahn. revisie: Yassien Abo Abdillah. Islam voor iedereen. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)

Wat zijn onze plichten tegenover de profeet Mohamed (vrede zij met hem)?

Het kennen van Allah

Hoe omgaan met verdriet

Het standpunt van de Islam ten opzichte van terrorisme

Mohammed de echte profeet

Hoe kun je je bekeren tot de Islaam?

Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden. Wij prijzen hem, vragen hem om hulp, vergeving en leiding en geloven in hem en vertrouwen op hem.

Het vieren van valentijn in de islam

Een aantal regels over zedelijkheidsnormen bij een bezoek aan een zieke

De Farao kende de aard van dit soort mensen en daarom zei hij tegen hen, om hen gerust te stellen en hen te verheugen:

Al-Birr wa At-Taqwa. Islam voor iedereen Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad) revisie: Yassien Abo Abdillah

Het onderhouden van de tijd

Het gedenken (dhikr) van Allah

Bayt ul-hikma. Wist je dat? Islamitische feiten. Wist je dat melk (van een koe) een geneesmiddel bevat voor iedere ziekte?

Shaych Moehammed Oemar Baazmoel

Geen vrouw zou naar een andere vrouw moeten kijken of haar lichaam moeten aanraken om haar te beschrijven aan haar

1 w w w. i k h o u v a n i s l a m. b e

Het Verwoestende Effect van Zonden op de Religie van een Dienaar, in deze Wereld en in het Hiernamaals!!!

De maand Sha'baan شهر شعبان. revisie: Aboe Abdillah Al-belgikie. Kantoor voor da'wa Rabwah (riyadh) Islam voor iedereen

Islam voor iedereen. De meest edele onder jullie is degene met de meeste godsvrees Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)

DE POSITIE VAN JEZUS IN DE ISLAAM

الجامع. Shaykh Saalih al-fawzaan. Deel 3

Dat de Uitspraken van de Geleerden over de Mensen van Innovatie Roddel en Jaloezie is, en het Accepteren ervan Blindelings volgen is.

Omgang met kinderen. Islam voor iedereen Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad) revisie: Yassien Abo Abdillah

-Hafidaho Allah- Waarschuwing van shaykh Ahmad Baazmoel

-Hafidahoe Allaah- Een selectie van overleveringen over de Aqiedah en de Soennah

Vraag en Antwoord Islam

Berouw. Sheikh Ali Al-Huthaifi. revisie: Abo Abdillah Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyadh)


De maand van shawal. revisie: Abo Abdillah Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyadh)

Kitaab at-tauwhied. Deel 1. Shaychoel-Islaam al-iemaam Mohammed ibn Abdoel-Wahhaab (1115NH-1206NH) Moge Allaah s Barmhartigheid met hem zijn

De goedheid van de harten

Zwangerschap en borstvoeding tijdens de Ramadan

Kelime-i Tevhid (Geloofsgetuigenis) b. Kelime-i Şehadet (Geloofsbelijdenis) c. Het fundament van de Islam kelime-i şehadet kelime-i tevhid

Rasuulullaah. As salaamu alaikum lieve moslims,

De Koran - De laatste openbaring aan de mensheid

Testvragen. Vraag 1 CURSUSISLAM.BE 1. De engelen en het hiernamaals

Wat zegt de Bijbel over vrouwen?

De waarde van de kennis

Ontwikkeling van de Islamitische fiqh

Het oordeel over het vieren van de profetische geboorte. -rahiemaho Allaah- Bron:

Transcriptie:

Vragen en antwoorden Over al-īmān en al-irjāʾ DOOR Shaykh dr. Ṣāliḥ b. Fawzān al-fawzān MOGE ALLAH HEM BESCHERMEN Titel: Bron: Auteur: Vertaling: Onderwerp: Uitgever: Website: E-mail: Vragen en antwoorden over al-īmān en al-irjāʾ Al-Fawzān, Ṣāliḥ b. Fawzān, Al-ijābāt al-muhimma fi-lmashākil al-mulimma I (Belangrijke antwoorden met betrekking tot catastrofale problemen; Riyad 2007) 73-82. Shaykh dr. Ṣāliḥ b. Fawzān al-fawzān Abū Junayd ʿĪsā b. Antonius al-ūrūbī Geloofsovertuiging / al-īmān / al-irjāʾ Al-Hikmah Publicaties www.al-hikmah.nl info@al-hikmah.nl

Inhoudsopgave Vraag 1: Waardoor geschiedt grote ongeloof of afvalligheid? Is dat alleen bij overtuiging, ontkenning en verwerping, of is het algemener dan dat?... 3 Vraag 2: Er is iemand die zegt: Al-Īmān is uitspraak, overtuiging en handeling, maar de handeling is een voorwaarde voor de perfectie daarin. Hij zegt tevens: Er is geen sprake van ongeloof, behalve met overtuiging. Behoort deze uitspraak tot de uitspraken van de mensen van kennis of niet?... 4 Vraag 3: Zijn de handelingen een pilaar en deel van al-īmān of zijn ze een voorwaarde voor de perfectie ervan?... 5 Vraag 4: Welke soorten Murjiʾa zijn er? Met een vermelding van hun uitspraken in de kwesties van al-īmān... 5 Vraag 5: Is het meningsverschil tussen Ahl as-sunna en de Murjiʾa van onder de juristen over de handelingen van de harten of van de ledematen? Is het een meningsverschil in bewoording of in betekenis? Wij wensen van uwe edelachtbare een gedetailleerde uitleg.... 7 Vraag 6: Wat is het oordeel omtrent degene die alle zichtbare handelingen in het geheel laat, maar hij spreekt de twee getuigenissen uit en erkent de verplichtingen, maar hij verricht helemaal geen handeling?... 7 Vraag 7: Is dit gezegde juist: Degene die zegt dat al-īmān uitspraak, handeling en overtuiging is, dat het stijgt en daalt, hij is vrij van al-irjāʾ in zijn geheel, zelfs als hij zegt dat er geen ongeloof bestaat behalve door overtuiging en ontkenning.?... 8 Vraag 8: Is de volgende uitspraak juist of niet? Dat het beledigen van Allah en het beledigen van de Boodschapper geen ongeloof op zich is, maar een indicatie en een aanwijzing van kleinering en minachting dat zich in het hart bevindt.?... 8 Vraag 9: Wat is het oordeel omtrent degene die Allah, Zijn Boodschapper en de Religie beledigt?... 9 Vraag 10: Wat is de uitspraak over degene die afgodsbeelden, tomben en graven construeert?... 10 Vraag 11: Is het gebed achter een imam die hulp vraagt aan de doden en steun van hen verzoekt geldig of niet?... 10 Vraag 12: Er zijn enkele overleveringen waarmee sommigen argumenteren dat degene die alle handelingen in zijn totaliteit laat een gelovige is met een gebrekkig geloof, zoals de overlevering: Zij hebben nooit iets goeds gedaan. En de overlevering van de kaart en andere overleveringen. Hoe is het antwoord daarop?... 11 Vraag 13: Dient er bij ongeloof door handeling sprake te zijn van overtuiging of wordt deze voorwaarde niet er voor gesteld?... 12 Vraag 14: Wat is uw advies, o Shaykh van ons, voor degenen die onder de studenten van kennis verspreiden dat de geleerden van het Permanente Comité moge Allah hen beschermen een fout hebben gemaakt in het uitvaardigen van fatāwā waarin een waarschuwing wordt gegeven voor enkele boeken die door de auteurs gebouwd zijn op de geloofsleer van al-irjāʾ?... 13 2

Vragen en antwoorden b over al-īmān en al-irjāʾ Shaykh dr. Ṣāliḥ b. Fawzān al-fawzān Waardoor geschiedt grote ongeloof of afvalligheid? Is dat alleen bij overtuiging, ontkenning en verwerping, of is het algemener dan dat? In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. Alle lof is voor Allah, de Heer der Werelden. Moge Allah vrede en zegeningen schenken aan onze Profeet Mohammed, zijn familie en zijn metgezellen. Vervolgens: Kwesties die gaan over de geloofsovertuiging zijn ontzettend belangrijk. Het is verplicht om de geloofsovertuiging in al haar facetten te leren en deze te nemen van de mensen van kennis. Het is niet voldoende om er uitgebreide vragen over te stellen. Hoeveel er ook gevraagd en geantwoord wordt, de onwetendheid zal groter zijn (dan wanneer het geleerd wordt bij de mensen van kennis). Het is dus verplicht voor degene die zichzelf en zijn moslimbroeders van nut wil zijn om de geloofsovertuiging van het begin tot het eind te leren en verstand te hebben van de (verschillende) onderwerpen en kwesties. Hij dient de geloofsovertuiging te nemen van de mensen van kennis en van de authentieke boeken van de vrome voorgangers. Hiermee verdwijnt de onwetendheid en hierdoor hoeft hij niet meer vele vragen te stellen. Ook kan hij dan (de correcte geloofsovertuiging) aan de mensen verduidelijken en de onwetenden onderwijzen, omdat hij bekwaam is geworden in de geloofsovertuiging. Ook dient de geloofsovertuiging niet enkel uit de boeken genomen te worden, of enkel door te lezen en te bestuderen. Dat is omdat deze kwesties in beginsel niet worden genomen vanuit de boeken of door bestuderingen. Deze zaken worden slechts genomen door middel van overlevering van de mensen van kennis en inzicht, degenen die deze kwesties hebben begrepen en beheersen. Dit advies moet gegeven worden. Maar de vele vragen die tegenwoordig rondgaan in het openbaar over de geloofsovertuiging en diens belangrijke kwesties door mensen die het niet van tevoren bestudeerd hebben of mensen die spreken over de (zaken van) geloofsovertuiging uit onwetendheid of vertrouwend op hun lezing van boeken of hun bestuderingen, zullen zorgen voor meer verwarring in de zaak en meer andere problemen. Het ondermijnt de inspanningen en het zorgt voor onenigheid. Als wij naar onze eigen begrip terugkeren, zonder de kennis te nemen vanuit de bronnen, en slechts vertrouwen op onze eigen lezing en ons eigen begrip, (dan is het zo dat) het begrip en het inzicht verschilt (per persoon), waardoor onenigheid zal toenemen in deze belangrijke zaken. Terwijl onze Religie naar ons gekomen is met saamhorigheid, harmonie en het laten van opsplitsing. Onze religie is gekomen met loyaliteit jegens de mensen van al- Īmān 1 en vijandigheid jegens de ongelovigen. Dit wordt enkel bereikt door religieuze zaken te 1 Al-Īmān: Taalkundig: Het stellige geloof dat niet door twijfel wordt getroffen. Wettelijk: Uitspraak met de tong, geloof met het hart en handeling met de ledematen, het stijgt met gehoorzaamheid en het daalt met ongehoorzaamheid. Zie: Ṣāliḥ b. Fawzān al-fawzān, Al-Minḥat-ur-Rabbāniyya fī sharḥ al-arbaʿīn an- Nawawiyya (Riyad 2008) 45-46. 3

nemen vanuit diens bronnen en van diens geleerden, degenen die het hebben overgedragen van degenen die voor hen kwamen. Degenen die het hebben onderzocht met de ketting (van overleveraars) en het hebben overgeleverd aan degenen na hen. Dit is de manier van (het opdoen van) juiste kennis wat betreft de geloofsovertuiging en andere zaken. Maar de geloofsovertuiging is belangrijker omdat het de basis is. En omdat onenigheid erover ruimte geeft voor dwaling en opsplitsing onder de moslims. (Als antwoord op de oorspronkelijke vraag) Ongeloof en afvalligheid geschieden door het plegen van een tenietdoener van de tenietdoeners van de islam. Wie een van de tenietdoeners van de islam pleegt, die bekend zijn bij de mensen van kennis 2, deze persoon wordt daarmee een afvallige en een ongelovige. Wij oordelen over hem vanuit datgene wat van hem zichtbaar is aan uitspraak of handeling. Wij oordelen over hem op deze manier omdat wij slechts een oordeel kunnen geven vanuit het zichtbare. Wat betreft de zaken die in de harten zitten, dat weet enkel Allah. Dus wij oordelen over degene die ongeloof uitspreekt of ongeloof verricht op grond van zijn uitspraak of handeling wanneer datgene wat hij verricht of uitspreekt behoort tot de zaken van afvalligheid. Er is iemand die zegt: Al-Īmān is uitspraak, overtuiging en handeling, maar de handeling is een voorwaarde voor de perfectie daarin. Hij zegt tevens: Er is geen sprake van ongeloof, behalve met overtuiging. Behoort deze uitspraak tot de uitspraken van de mensen van kennis of niet? Degene die dit zegt heeft al-īmān niet begrepen, noch heeft hij de geloofsovertuiging begrepen. Dit is wat wij zeiden in het antwoord op de vorige vraag: het is verplicht voor hem om de geloofsovertuiging te bestuderen bij de mensen van kennis en deze te nemen vanuit de juiste bronnen. Dan zal hij het antwoord op deze vraag kennen. Zijn uitspraak dat al-īmān uitspraak, handeling en overtuiging is, waarna hij vervolgens zegt dat de handeling een voorwaarde is voor de perfectie en juistheid van al-īmān, dit is een contradictie!! Hoe kan de handeling behoren tot al-īmān en vervolgens zegt hij: de handeling is een voorwaarde? Het is bekend dat een voorwaarde buiten hetgeen waarvoor de voorwaarde wordt gesteld valt. Dus dit is een contradictie van hem. Deze persoon wil de uitspraak van de Salaf en de uitspraak van de latere juristen combineren, terwijl hij de contradictie niet begrijpt. Omdat hij de uitspraak van de Salaf niet kent, noch kent hij de essentie van de uitspraak van de latere juristen. Hierdoor wilde hij ze samenvoegen. Dus al- Īmān is uitspraak, handeling en overtuiging en de handeling behoort tot al-īmān, het (de handeling) is al-īmān. Het is geen voorwaarde voor de juistheid of de perfectie van al-īmān of iets anders dan dit soort uitspraken die tegenwoordig worden verspreid. Dus al-īmān is uitspraak met de tong, overtuiging met het hart en handeling met de ledematen. Het stijgt met gehoorzaamheid en het daalt met ongehoorzaamheid. 2 Zie hiervoor onder andere: De tenietdoeners van de Islaam, door Shaykh al-islam Mohammed b. Abd al- Wahhab: www.al-hikmah.nl/bestanden/vertalingen/boeken/tenietdoeners.pdf. 4

Zijn de handelingen een pilaar en deel van al-īmān of zijn ze een voorwaarde voor de perfectie ervan? Dit is verwant aan de vorige vraag. Degene die deze vraag stelt kent de essentie van al-īmān niet. Daarom twijfelt hij. Zijn de handelingen een deel van al-īmān of zijn ze een voorwaarde ervoor? Dat komt omdat hij de geloofsovertuiging niet heeft genomen vanuit diens bronnen en van diens geleerden. Zoals wij hebben vermeld is er geen handeling zonder Īmān en geen Īmān zonder handeling. Ze horen bij elkaar. De handelingen behoren tot al-īmān. Sterker nog, ze zijn al-īmān: de handelingen zijn Īmān, de uitspraken zijn Īmān en de overtuiging is Īmān. Het geheel bij elkaar is het geloof (al-īmān) in Allah, het geloof in Zijn Boeken, Zijn Boodschappers, de Laatste Dag en het geloof in al-qadr (de Voorbeschikking), het goede en het slechte ervan. Welke soorten Murjiʾa 3 zijn er? Met een vermelding van hun uitspraken in de kwesties van al- Īmān. Er zijn vier soorten Murjiʾa: De eerste soort: Degenen die zeggen: Al-Īmān is slechts de kennis, ook al is er geen sprake van geloof. Dit is de uitspraak van de Jahmiyya 4. Dit is de kwalijkste en schandaligste uitspraak. Dit is ongeloof in Allah. Omdat de vroegere polytheïsten, de Farao, Hāmān, Qārūn en Iblīs allen Allah kenden, en zij kenden al-īmān met hun harten. Maar aangezien zij het niet uitspraken met hun tongen, noch handelden met hun ledematen is deze kennis niet van nut voor hen. De tweede soort: Degenen die zeiden: Al-Īmān is slechts het geloof van het hart. Dit is de uitspraak van de Ashāʿira 5. Dit is ook een valse uitspraak, omdat (ook) de ongelovigen 3 Al-Murjiʾa: Zij zijn degenen die handeling uitstellen van al-īmān (het geloof). De handeling behoort volgens hen niet tot al-īmān. Al-Īmān is volgens hen slechts bevestiging met het hart. De zondaar is daarom bij hen een gelovige met een compleet geloof, ook al doet hij wat hij doet aan zonden. Zie: Mohammed b. Ṣāliḥ al- ʿUthaymīn, Sharḥ lumʿatil-iʿtiqād (Riyad 1995) 162. 4 Al-Jahmiyya: Een sekte die wordt toegeschreven aan al-jahm b. Ṣafwān (o. 128). Zij ontkennen de eigenschappen van Allah, geloven in fatalisme en hangen de stelling aan dat al-īmān slechts de bevestiging van het hart is. Zie: Ibidem. 5

Vragen en antwoorden over al-īmān en al-irjāʾ Shaykh dr. Ṣāliḥ b. Fawzān al-fawzān geloven met hun harten. Zij weten dat de Koran waarheid is en dat de Boodschapper waarheid is. De Joden en Christenen weten dat: Degenen aan wie Wij het Boek hebben gegeven kennen hem (Mohammed) zoals zij hun zonen kennen. Degenen die zichzelf verloren hebben geloven niet. [Sūra al-anʿām (6): 20] Dus zij geloven erin met hun harten! De Verhevene zegt over de polytheïsten: Wij weten inderdaad (O Mohammed) dat jij treurt door degenen die (kwaad) spreken, en voorwaar, zij loochenen jou niet, maar het zijn de Verzen van Allah die de onrechtvaardigen ontkennen. [Sūra al-anʿām (6): 33] Zij spreken het dus niet uit met hun tongen, noch handelen zij (ernaar) met hun ledematen, terwijl zij het geloven met hun harten. Dus zij zijn geen gelovigen. De derde soort: Degenen die tegenover de Ashāʿira staan, de Karrāmiyya 6. Zij zeggen: Al- Īmān is uitspraak met de tong, ook al gelooft men niet met het hart. Dit is ongetwijfeld een valse uitspraak. De hypocrieten, degenen die in de laagste verdieping van het Hellevuur zullen zijn, zeggen met hun tongen: Wij getuigen dat er geen aanbedene met recht is behalve Allah en dat Mohammed de Boodschapper van Allah is. Maar zij geloven dat niet met hun harten. Zoals de Verhevene zegt: Wanneer de huichelaars tot jou komen, dan zeggen zij: Wij getuigen dat jij zeker de Boodschapper van Allah bent. Allah weet dat jij zeker Zijn Boodschapper bent. Allah getuigt dat de huichelaars zeker leugenaars zijn. [Sūra al-munāfiqūn (63): 1] En Allah zegt: Zij zeiden met hun lippen wat niet in hun harten was. [Sūra Āl ʿImrān (3): 167] 5 Al-Ashāʿira: Een sekte die zich toeschrijft aan Abu-l-Ḥasan al-ashʿarī (260-330), terwijl Abu-l-Ḥasan zelf uiteindelijk is teruggekeerd naar de weg van de Salaf. De aanhangers van deze sekte bevestigen slechts zeven eigenschappen van Allah. Zij beweren dat het verstand op deze zeven duidt. De rest van de eigenschappen interpreteren zij foutief. Zie: Ibidem, 163. 6 Al-Karrāmiyya: De volgelingen van Mohammed b. Karrām (o. 255 A.H.). Zij neigen naar het vergelijken van Allah met de schepping en zij hangen de mening aan van al-irjāʾ. Zij bestaan uit vele subsekten. Zie: Ibidem. 6

De vierde soort: Dit is de mildste groepering betreft al-irjāʾ, degenen die zeggen dat al-īmān overtuiging met het hart is en uitspraak met de tong en handeling valt er niet onder. Dit is de uitspraak van de Murjiʾa van onder de juristen 7, en het is eveneens een onjuiste uitspraak. Is het meningsverschil tussen Ahl as-sunna en de Murjiʾa van onder de juristen over de handelingen van de harten of van de ledematen? Is het een meningsverschil in bewoording of in betekenis? Wij wensen van uwe edelachtbare een gedetailleerde uitleg. Het meningsverschil van de Murjiʾa van onder de juristen met de meerderheid van Ahl as- Sunna is een geschil over de zichtbare handeling, zoals het gebed, het vasten en de bedevaart. Zij zeggen dat het niet behoort tot al-īmān en dat het slechts een voorwaarde is voor al-īmān. Ofwel een voorwaarde voor de juistheid of een voorwaarde voor de perfectie (van al-īmān). Dit is een onjuiste uitspraak zoals wij weten. Het meningsverschil tussen hen en de meerderheid van Ahl as-sunna is een meningsverschil in de betekenis en niet in de bewoording, omdat zij zeggen dat al-īmān niet stijgt of daalt met de handelingen. Het stijgt niet met gehoorzaamheid en het daalt niet met ongehoorzaamheid (volgens hen). De Īmān van de mensen is gelijk, omdat zij geloof hebben met het hart en uitspraak met de tong! Deze uitspraak is onjuist. Wat is het oordeel omtrent degene die alle zichtbare handelingen in het geheel laat, maar hij spreekt de twee getuigenissen uit en erkent de verplichtingen, maar hij verricht helemaal geen handeling? Is dit een moslim of niet? Wetend dat hij geen wettelijk excuus heeft dat hem weerhoudt van het verrichten van deze verplichtingen? Deze persoon is geen gelovige. Wie gelooft met zijn hart en erkent met zijn tong maar niet handelt met zijn ledematen, hij heeft alle handelingen gelaten zonder een excuus, deze persoon is geen gelovige. Al-Īmān is zoals wij hebben vermeld en zoals Ahl as-sunna wal-jamaʿa het heeft gedefinieerd: uitspraak met de tong, overtuiging met het hart en handeling 7 Murjiʾat-ul-Fuqahāʾ: Letterlijke vertaling: De Murjiʾa van onder de juristen. Er wordt mee bedoeld: Een groep van onder de mensen van kennis die in de fout waren gegaan wat betreft de kwestie van al-īmān. Zie voor meer informatie onder andere: ʿAbd Allah as-sanad, Arāʾ al-murjiʾa fī muṣannafāt shaykh al-islām Ibn Taymiyya ʿarḍ wa-naqd (Riyad 2007) 123-142. 7

met de ledematen. Er is enkel sprake van al-īmān met het geheel van deze zaken. Dus wie één van deze drie zaken laat is geen gelovige. Is dit gezegde juist: Degene die zegt dat al-īmān uitspraak, handeling en overtuiging is, dat het stijgt en daalt, hij is vrij van al-irjāʾ in zijn geheel, zelfs als hij zegt dat er geen ongeloof bestaat behalve door overtuiging en ontkenning.? Dit is een contradictie! Als hij zegt: Er is geen ongeloof behalve met overtuiging of ontkenning, dan contradicteert dit zijn uitspraak dat al-īmān uitspraak met de tong, overtuiging met het hart en handeling met de ledematen is. Dit is een duidelijke contradictie. Als al-īmān uitspraak met de tong, overtuiging met het hart en handeling met de ledematen is, het stijgt met gehoorzaamheid en het daalt met ongehoorzaamheid, dan betekent het dat degene die iets daarvan opgeeft, geen gelovige is. Ontkenning behoort tot de soorten van ongeloof, maar ongeloof is niet daartoe beperkt. Is de volgende uitspraak juist of niet? Dat het beledigen van Allah en het beledigen van de Boodschapper geen ongeloof op zich is, maar een indicatie en een aanwijzing van kleinering en minachting dat zich in het hart bevindt.? Dit is een valse uitspraak. Allah heeft over sommige gelovigen geoordeeld met ongeloof na al-īmān op grond van hun uitspraak: Wij hebben nooit een groep mensen gezien die gulziger zijn [, leugenachtiger zijn] en lafhartiger zijn bij de ontmoeting (tussen twee legers op een veldslag) dan deze reciteurs van ons. 8 Zij bedoelden de Boodschapper van Allah en zijn Metgezellen. Daarop openbaarde Allah Zijn uitspraak over hen: 8 Overgeleverd door Ibn Jarīr aṭ-ṭabarī in zijn Tafsīr. Zie: Ibn Jarīr aṭ-ṭabarī, Jāmiʿ al-bayān ʿan Taʾwīl Āy al- Qurʾān XI (Cairo 2001) 543-544. 8

Vragen en antwoorden over al-īmān en al-irjāʾ Shaykh dr. Ṣāliḥ b. Fawzān al-fawzān Zeg: Plachten jullie de spot te drijven met Allah, Zijn Verzen en Zijn Boodschapper? Verontschuldigt jullie maar niet, waarlijk, jullie zijn ongelovig geworden nadat jullie geloofden. [Sūra at-tawba (9): 65-66] Hij verklaarde hen ongelovig vanwege deze uitspraak en hij stelde wat betreft hun ongeloof niet als voorwaarde dat zij dat in hun harten geloofden. Hij oordeelde echter over hen met ongeloof op grond van deze uitspraak. Zo ook de uitspraak van Hem, de Verhevene, omtrent de huichelaars: Zij hebben zeker het woord van ongeloof uitgesproken. Zij zijn ongelovig geworden na hun islam. [Sūra at-tawba (9): 74] Dus Hij maakte ongeloof het gevolg van het uitspreken van het woord van ongeloof na de islam. Wat is het oordeel omtrent degene die Allah, Zijn Boodschapper en de Religie beledigt? Toen deze persoon geadviseerd werd over deze zaak gaf hij aan dat hij het deed om geld te verdienen en zichzelf in zijn levensonderhoud te voorzien. Is deze persoon een ongelovige of is hij een moslim die een berisping en een disciplinering nodig heeft? Dient er hier onderscheid te worden gemaakt tussen de belediging en de belediger? Het is niet toegestaan voor iemand om ongelovig te zijn in Allah door middel van uitspraak, handeling of overtuiging en te zeggen dat dit is vanwege het vergaren van voorziening! De voorziening is bij Allah. Allah, de Verhevene, zegt: En wie Allah vreest, Hij zal hem een uitweg geven. En Hij voorziet hem van waar hij het niet verwacht. [Sūra aṭ-ṭalāq (65): 2-3] Dus de voorziening is in de hand van Allah. Allah, de Verhevene, heeft met ongeloof geoordeeld over degenen die deze wereld verkiezen boven het hiernamaals. Hij zei in de beschrijving van de afvalligen en de huichelaars: Dat is omdat zij het wereldse leven verkiezen boven het Hiernamaals, en omdat Allah het ongelovige volk niet zal leiden. [Sūra an-naḥl (16): 107] 9

Dus Hij oordeelde over hen dat zij hun geloof gelaten hebben vanwege het feit dat zij met de mensen willen leven en met de mensen willen zijn. De Verhevene zegt: Zouden zij maar tevreden zijn met wat Allah en Zijn Boodschapper hun hebben gegeven en zeggen: Allah is voor ons voldoende, Allah zal ons van Zijn gunst geven, en (ook) Zijn Boodschapper. Voorwaar, op Allah vestigen wij onze hoop. [Sūra at-tawba (9): 59] Dus als zij hadden vertrouwd op Allah dan zou Allah hen hebben voorzien. De Profeet heeft gezegd toen hij de beproevingen besprak: Een man zal dan in de ochtend een gelovige zijn en in de avond een ongelovige. Hij zal in de avond een gelovige zijn en in de ochtend een ongelovige. Hij zal zijn Religie verkopen voor een klein aanbod van het wereldse. 9 Wat is de uitspraak over degene die afgodsbeelden, tomben en graven construeert en er moskeeën en taferelen op bouwt, er mannen en gelden aan schenkt, comités opricht die er toezicht over houden en de mensen in staat stelt om deze zaken te aanbidden, er om heen te lopen, smeekbeden te verrichten en ervoor te slachten? Het oordeel over hem is dat hij ongelovig is geworden door deze handeling, omdat zijn handeling een uitnodiging is naar ongeloof. Het oprichten en bouwen van graftomben, het uitnodigen van de mensen om het te aanbidden en het aanstellen van poortwachters ervoor, dit duidt op zijn tevredenheid met deze zaak, en dat hij uitnodigt naar ongeloof en dwaling. De toevlucht is bij Allah. Is het gebed achter een imam die hulp vraagt aan de doden en steun van hen verzoekt geldig of niet? En wat omtrent een man die opzettelijk liegt, de vromen kwetst en de mensen 9 Overgeleverd door Muslim (nr. 186) van de ḥadīth van Abī Hurayra. 10

voorgaat (in het gebed)? Wordt hij voorgeschoven (als imam) in het gebed wanneer over hem bekend is dat hij liegt en zondig is? Het gebed achter de polytheïst, degene die grote shirk pleegt waardoor men uit de religie treedt, is niet geldig. Het aanroepen van de doden en het vragen van hulp aan hen is grote shirk waarmee men uit de religie treedt. Dit is dus geen moslim. Zijn eigen gebed is niet eens geldig, laat staan het gebed van degene achter hem. Er wordt slechts als voorwaarde gesteld bij de functie van imam dat hij een gelovige is in Allah en Zijn Boodschapper en dat hij handelt volgens de religie van de islam, openlijk en heimelijk. Wat betreft de andere persoon en wat hij doet aan liegen en het kwetsen van de gelovigen, dit is een grote zonde. Liegen, het plegen van grote zonden die minder zijn dan shirk en het kwetsen van moslims zijn grote zonden die geen implicatie zijn van ongeloof. Maar het is ongewenst om hem aan te stellen als imam voor de mensen. Maar als iemand komt en de mensen ziet bidden terwijl hij hun voorgaat in het gebed, dan bidt hij achter hem. Hij gaat niet apart bidden. Tot hij een vrome rechtschapen imam vindt, dan gaat hij naar hem en bidt hij achter hem. Er zijn enkele overleveringen waarmee sommigen argumenteren dat degene die alle handelingen in zijn totaliteit laat een gelovige is met een gebrekkig geloof, zoals de overlevering: Zij hebben nooit iets goeds gedaan. 10 En de overlevering van de kaart 11 en andere overleveringen. Hoe is het antwoord daarop? Dit behoort tot het bewijsvoeren met het meerduidige. Dit is de weg van de mensen van dwaling. Degenen waarover Allah heeft gezegd: Maar degenen die in hun harten een neiging tot valsheid hebben, zij volgen datgene wat ervan meerduidig is. [Sūra Āl ʿImrān (3): 7] Dus zij nemen de meerduidige bewijzen en zij laten de eenduidige bewijzen die het uitleggen en verduidelijken. Het meerduidige moeten worden herleid tot het eenduidige. Dus er wordt gezegd: Degene die de handeling laat vanwege een wettelijk excuus en hij was niet in staat om het te verrichten totdat hij stierf, deze persoon is geëxcuseerd. De 10 Overgeleverd door Muslim (nr. 183) van de de ḥadīth van Abī Saʿīd al-khudrī. 11 Overgeleverd door at-tirmidhī in al-jāmiʿ (nr. 2641), Ibn Ḥibbān in zijn Ṣaḥīḥ (nr. 2534) en al-ḥākim in al- Mustadrak (1/5-6). 11

overleveringen worden op deze manier geïnterpreteerd, omdat dit een persoon is die uit overtuiging en oprecht voor Allah de twee getuigenissen heeft uitgesproken. Vervolgens stierf hij in die toestand, of hij was niet in staat tot handeling. Maar hij heeft de twee getuigenissen uitgesproken met oprechtheid voor Allah en met monotheïsme. Zoals de Profeet zei: Degene die zegt: Er is geen aanbedene met recht behalve Allah en ongelovig is in datgene wat aanbeden wordt naast Allah, zijn bloed en zijn bezit zijn verboden. 12 En hij zei: Allah heeft degene die zegt: Er is geen aanbedene met recht behalve Allah, waarmee hij het Gezicht van Allah wenst, verboden voor het Hellevuur. 13 Deze persoon was niet in staat tot handeling, terwijl hij wel de twee getuigenissen heeft uitgesproken, geloofde in de betekenis van beide en oprecht was voor Allah. Hij kreeg echter geen kans om te handelen totdat hij stierf. Dit is degene die het Paradijs binnentreedt met de twee getuigenissen. Op deze manier wordt de overlevering van de kaart en andere overleveringen die in deze betekenis zijn gekomen ook geïnterpreteerd. Degenen die uit het Hellevuur gehaald zullen worden terwijl zij nooit iets goeds hebben verricht omdat zij niet in staat waren tot handeling, terwijl zij de twee getuigenissen hebben uitgesproken en de islam zijn binnengetreden. Dit is hoe de overleveringen met elkaar verenigd worden. Dient er bij ongeloof door handeling sprake te zijn van overtuiging of wordt deze voorwaarde niet er voor gesteld? Ongeloof door handeling en (ongeloof door) overtuiging zijn twee aparte soorten ongeloof. De mensen van kennis hebben vier soorten genoemd: 1. Ongeloof door uitspraak 2. Ongeloof door handeling 3. Ongeloof door twijfel 4. Ongeloof door overtuiging. Dit is wat de mensen van kennis hebben gezegd. 12 Overgeleverd door Muslim. 13 Overgeleverd door al-bukhārī en Muslim. 12

Wat is uw advies, o Shaykh van ons, voor degenen die onder de studenten van kennis verspreiden dat de geleerden van het Permanente Comité moge Allah hen beschermen een fout hebben gemaakt in het uitvaardigen van fatāwā waarin een waarschuwing wordt gegeven voor enkele boeken die door de auteurs gebouwd zijn op de geloofsleer van al-irjāʾ? Heeft u een advies voor hen die valse geruchten verspreiden onder de mensen en zorgen voor opsplitsing onder de moslims? Dat is niet vreemd. Als zij (al slecht) spraken over de imams, zoals Shaykh al-islām Ibn Taymiyya, Ibn al-qayyim en Shaykh Mohammed b. ʿAbd al-wahhāb, hun boeken in twijfel trokken en slecht er over spraken. Sterker nog, onder hen zijn er die slecht spraken over de Sunna van de Boodschapper, over de overleveraars, de metgezellen van de Boodschapper, zoals Abu Hurayra en anderen. Wij zijn dus niet verbaasd dat zij ook slecht spreken over het Comité. Dit is niet vreemd. De mensen van dwaling stuntelen, maar alle lof is voor Allah, zij schaden enkel zichzelf. De waarheid is blijvend, ook al willen zij dat niet. Wanneer het Permanente Comité gevraagd wordt over boeken of iets anders dan is het verplicht voor hen om de waarheid te spreken en geen kennis te verbergen. Hun werk is het verduidelijken van de waarheid en het beantwoorden van vragen die aan hen gesteld worden. 13